Op vrijdag 27 september werd de sleutel van het gerestaureerde orgel door de voorzitter van het College van Kerkrentmeesters Maarten Burggraaff overhandigd aan eerste organist Ab Gramsbergen. Daarmee is de restauratie van het orgel na jaren werk bijna afgerond: het ziet er schitterend uit en het klinkt weer welluidend. Onder de bezielende leiding van Stef Tuinstra, met naast zich fondsenwerver Henk Aardse; met de organisten Ab Gramsbergen en Jan Smid in het team en het werk van vele vaklieden werd het orgel in zijn oude luister hersteld – alles onder begeleiding van onze kerkrentmeesters.
Velen zijn in het laatste weekend van september via de nieuwe toegang naar boven gelopen om even een kijkje te nemen bij het orgel. Velen hebben het orgel al weer horen spelen: het klinkt als nieuw, zachter van klank en mooier getoonzet.
Op zondag 29 september zongen we als beide wijkgemeenten voor het eerst onder begeleiding van het nieuwe oude orgel in een dienst van Schrift en Tafel. Na de uitleg verzamelde de Riepster Cantorij onder leiding van Henk de Vries zich in de buurt van het orgel en zong, terwijl Jan Smid speelde, Dankt nun alle Gott. Door Johann Sebastian Bach is dit muziekstuk speciaal geschreven voor een ingebruikneming van een orgel.
Op zaterdag en zondag waren er twee concerten, één door het Collegium Musicum Loppersum en één door het Luthers Bachensemble. Het was een feestelijk weekend met vele bezoekers, mogelijk gemaakt door allen die zich daarvoor hebben ingezet.
Bij de officiële overdracht hield één van onze kerkrentmeesters, Epco Wijngaarden, de volgende toespraak in de vorm van een column:
LET IT BE
Toen ik vanmiddag hier mensen welkom heette, hoorde ik iemand fluisteren: “Ik hoop dat de ingebruikname niet zo lang duurt als de restauratie.” Ter geruststelling: ik ben de laatste spreker en om u daaraan te herinneren heb ik mezelf alvast een glas wijn ingeschonken.
Daarbij komt dat ik niet veel ervaring heb in het toespreken van zulke grote groepen en met een glas wijn sla ik me daar beter door heen dan met een glas water. Met die keuze voor wijn bevind ik me in goed gezelschap. Jezus veranderde niet voor niets water in wijn en niet andersom. Maarten vroeg me iets te vertellen over hoe ik dit project heb ervaren. Ik doe dat in de vorm van een column. De titel van de column is Let it be. U weet wel van de Beatles.
Oktober 2017: Ik ben voor het eerst in mijn leven benoemd tot kerkrentmeester en Maarten vraagt of ik mee wil doen in de commissie voor de orgelrestauratie. Ik ga na of ik daar geschikt voor ben. Als er thuis een spiegel opgehangen moet worden, belt mijn man een aannemer, van orgels weet ik niet meer dan “iets met lucht en pijpen”, en mijn muzikaliteit is beperkt; ik heb op dat moment net drie pianolessen gehad en mijn repertoire is overzichtelijk: Let it be van de Beatles. Ik deel mijn twijfels met Maarten, maar die zegt: ”Je weet toch wel iets van projecten en financiën?” Dat klopt en ik zeg ja. Hoe zou ik als beginnend kerkrentmeester twijfelen aan het wijze oordeel van onze ervaren voorzitter. Zes weken later heb ik spijt van mijn beslissing. Ik lig ‘s nachts wakker, piekerend over het orgel. Klaar wakker van een geluidloos orgel. Het is de fase waarin alle pijpen verwijderd zijn, het balkon half af is en her en der gestut wordt en wat er nog van de kast over is hangt aan een paar sjorbanden. Die kast werd voor de derde keer verplaatst, deze keer vier cm naar voren, omdat Stef dat gelezen had in een artikel uit 1878. Ik kan er qua centimeters en jaartal iets naast zitten. In paniek dacht ik: “Dit komt nooit meer goed”. In zo’n situatie heb je iemand nodig die vertrouwen uitstraalt en je uit de put tilt. In mijn geval was dat Henk van fa Blokzijl. “Epco, je kunt je het nu misschien niet voorstellen, geef het een jaar of twee maar dit komt goed.”, en hij gaf de kast nog een duwtje in de goede richting. Ik werd op slag rustiger. Ik zag het vakmanschap. Laat ik het zo omschrijven: Als Noach in het Oude Testament al aan een andere klus had gewerkt, dan had God Henk gevraagd om de ark te bouwen.
Ik ben projectleider in de automatisering. In onze wereld werkt iets niet of wel. Een nul of een één. Ik moest wennen aan het wikken en wegen in de restauratiewereld. Ik heb me zo nu en dan redelijk horkerig gedragen, realiseer ik me achteraf. Ik geef een aantal voorbeelden:
Al drie vergaderingen is er discussie over de kleur van het orgel. Nu moet het weer iets meer olijf en iets minder mosgroen. Als bewijs wordt een foto getoond uit 1921. Ik vind het bewijs niet erg overtuigend. De foto is namelijk zwart wit en ik roep uit: “Kies een kleur en smeer er wat op.” Ap (restauratieschilder) is waarschijnlijk in zijn hele carrière nog niet zó beledigd. Het hielp wel, een week later kon hij beginnen.
Ander voorbeeld. Ik ben nogal van het principe “het geld moet er eerst zijn voordat je het kunt uitgeven”. Dat ligt in de restauratiewereld soms wat genuanceerder, krijg ik wel eens de indruk. Op een gegeven moment kwamen we geld tekort om al het houtsnijwerk af te maken. “We maken een foto van een paneel met snijwerk en plakken dat op het paneel er naast met daarbij een collectebus”, was mijn praktische oplossing, die zoals u ziet het niet gehaald heeft. Gelukkig was Tico (houtsnijder) in die vergadering niet aanwezig.
December 2018: het lijkt erop dat Henk gelijk krijgt. Het gaat de goede kant op. En dan komt Stef tot de ontdekking dat om de optimale klankkleur te krijgen alle pijpen 10 cm verlengd moeten worden. Dat heeft hij gelezen in een document uit 1948. Ook hier kan ik in jaartal en aantal cm er iets naast zitten. Ik voel weer lichte paniek opkomen. Alsjeblieft niet meer uitstel! Orgelmakerij Bakker en Timminga heeft het voor elkaar gekregen. Ze zijn Hofleverancier, niet alleen op gebied van orgels , maar ook op gebied van geduld en flexibiliteit. Ik hoorde dat mede door ons twee Friese orgels later worden opgeleverd. Dat doet mij als Fries wel zeer, maar ze komen er wel overheen. Want zo zijn wij Friezen. En dan vandaag ingebruikname. Afronding van een uniek project! De dag van Henk zijn gelijk. Je leest tegenwoordig vaak dat een team divers moet zijn om succes te hebben. Nou, dat waren we! De bevlogen Stef bezig met zijn levenswerk. De organisten, de medewerkers van rijksdienst, de vaklui en de ongeruste kerkrentmeesters. Dat alles onder leiding van de onverstoorbare voorzitter Maarten, alsof het zijn tiende orgelrestauratie was.
En hoe gaat het nou met jou zult u zich misschien afvragen. Of, verlangend naar de borrel, vraagt u zich dat niet af. Ik vertel het toch. Als ik op zaterdag een waterpas pak, dan belt mijn man het spoednummer voor aannemers. Niks veranderd. Orgels, ik weet iets meer “HW hoofdwerk, RP rugpositief”. En mijn muzikaliteit? Ik ben doorgegaan met de lessen en de restauratie heeft wel zolang geduurd dat mijn repertoire aardig is uitgebreid. Let it be speel ik nog vaak, het is voor altijd gekoppeld aan dit orgelproject. Ik heb geleerd dat je in een project als dit moet balanceren tussen een zakelijke aanpak en een vast vertrouwen dat het goed komt. Daar past Let it Be in zekere zin bij met die mooie tekst:
“When I find myself in times of trouble mother Mary comes to me, speaking words of wisdom, let it be let it be.”
Ik proost op jullie vakmanschap en ik proost op het orgel!!