Het is nu oktober en het briesende monster, covid-19 genoemd, steekt weer op wanstaltige wijze de kop op. Het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en intensieve -zorgbezettingen neemt in gigantische mate toe. Iedereen vraagt zich af, wanneer er eindelijk een einde aan deze nachtmerrie komt. Iemand die in een nog veel grotere nachtmerrie leefde was de Duitse predikant Jochen Klepper die met een Joodse vrouw getrouwd was en tijdens de oorlog, toen zijn vrouw en stiefdochter gedeporteerd dreigden te worden geen andere uitweg zag dan een gezamenlijke zelfdoding. Desondanks schreef hij een gedicht dat in het Liedboek voor de Kerken staat en als titel heeft: “De nacht is haast ten einde“. Ondanks alles geloofde hij dat het licht zou stralen in de duisternis en dat God alles ten goede zou keren. Ds. Roepers schrijft hierover een opbeurende meditatie. Ook de catechisaties kunnen niet meer plaatsvinden.
Daar er bitter weinig mensen naar de diensten komen, ontvangt de diaconie zeer weinig geld om het goede te doen. Zij verzoekt u om regelmatig een storting te doen, zodat zij haar zegenrijke werk kan voortzetten.
Binnenkort is ook de laatste zondag van het kerkelijk jaar, een normaliter zeer indrukwekkende dienst. Dit jaar zullen er maar weinig gemeenteleden deze dienst kunnen bijwonen, omdat de familieleden van de 11 overledenen voorrang krijgen.
Nu de mensen elkaar niet zo vaak meer zien, is er een Nieuwsbrief die ieder per elektronische post kan ontvangen. Alleen de computerlozen blijven zo nog verstoken van kerkelijk nieuws.
Tot slot schrijft classispredikant ds. Hommes een Nieuwsbrief.
Dit was al hetgeen ik u in deze barre tijden kan voorschotelen. Ik hoop dat u er desondanks van geniet. Kop derveur!
Namens de redactie,
Bert van der Vliet