Boralia mei 2022

Na-corona-drukte. Ik denk dat het door corona komt. Het gevoel het druk te hebben. Want door corona was het toch ook in de kerk rustiger dan voorheen, denk ik. Maar nu corona voorbij is – voorlopig – en alles weer mag en kan, lijkt alles ook meteen weer te beginnen. Leuk! Maar de drukte die ermee gepaard gaat, is ook weer even wennen.

Nieuw. En daarbij, ook met allerlei nieuwe ideeën en initiatieven die in de afgelopen jaren corona-gedwongen op de plank moesten blijven liggen kan nu een begin worden gemaakt. Erg leuk!

Werkgroepen. Laat ik maar gewoon ronduit bekennen dat ik een fan ben van werkgroepen. Gewoon omdat samendoen nog leuker is. Alhoewel zelfs babyschoenen voor het idee nog te groot zijn om in te staan: ik hoop dat er iets van een ‘platform van geloofsgemeenschappen’ zal ontstaan, ooit, om meer samen te doen. Een werkgroep voor vieringen lijkt mij ook leuk, handig en inspirerend. En een werkgroep vorming en toerusting, samen met de clusterkerken, om een nóg diverser aanbod op poten te zetten.

Werkgroep jeugd. Een werkgroep jeugd is er – maar die ‘moet’ versterkt worden met meer mensen. Nu ben ik licht allergisch voor het woordje ‘moeten’ maar voor het jeugdwerk binnen onze kerken is het wel wat van toepassing. Door bekende en betreurenswaardige aanleidingen is de laatste jaren veel te doen over sociale veiligheid en dus ook over een ‘veilige kerk’ (www.veiligekerk.nl). Een veilige kerk vereist duidelijkheid en dus omgangsregels. En vertrouwenspersonen. Een andere vereiste is dat bij groepen van minderjarigen gewerkt wordt volgens het ‘vier-ogen-principe’: de leiding bestaat altijd uit minstens twee personen. Kortom, voor een veilige kerk en voor veilig jeugdwerk in het bijzonder zullen we met meer gemeenteleden wat ‘moeten’ doen.

Goede dingen. Nu is het een ding om de dingen goed te doen. Iets anders is of we de goede dingen doen. Over het algemeen loop ik niet warm voor beleidsplannen. Vaak kost het maken veel tijd en is het nut ervan gering. Het positieve van de plannenmakerij is dat je de dingen die je met elkaar doet eens tegen het licht houdt. Met welk doel doen we iets? Wat willen we ermee bereiken? En lukt dat ook? Wat – of wie – drijft ons eigenlijk tot dat doel? Of: maken we als kerk een verschil in de wereld waarin wij kerk zijn? ‘Moet’ dat?

In een beeld: als kerk-zijn een reis is, liggen we op koers, doen we de dingen om koers te houden en hebben we daarvoor de energie? Dit soort vragen vind ik altijd wel weer aardig en zinvol. Het geeft mij de moed om soms ergens mee op te houden. Het voedt de creativiteit om iets beter of iets anders te doen. En het werpt mij soms terug op God, want in al mijn ‘doenerigheid’ verlies ik die soms uit oog. Tja.

Bel-of-mail. Tot slot. Onze gemeente is niet supergroot als het gaat om het aantal leden. Onze gemeente is daarentegen wel súpergroot als het gaat om het gebied waar al die leden wonen. Dat betekent dat we niet altijd alles van elkaar zien en weten. Dat kan prettig zijn. Soms ook niet. En dus, als je het fijn zou vinden dat er eens iemand van de kerk langs zou komen en er komt maar niemand, blijf dan niet afwachten maar neem contact op met Justus Wouda of met mij. (De contactgegevens staan voor in dit blad.)

Allee: alle goeds van de aarde en de hemel toegewenst,

André

De nieuwsbrief

Bijbelvers van de dag

Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft.

protestantse gemeente i.w. Vredekerk/Maarland