Christelijk in een post-christelijke tijd
Minder dan de helft van de Nederlanders is religieus, zo meldde het Sociaal-Christelijk Planbureau in de periode voorafgaand aan het afgelopen kerstfeest. En dan was het ook nog eens zo dat Nederlanders van allochtone afkomst religieuzer waren dan Nederlanders van autochtone (zeg maar West-Europese) afkomst en dat het onderscheid tussen hen vaak ook een onderscheid in religiositeit is. Dat betekent dat de sfeer waarin verreweg de meesten van ons leven en opgroeien zeer sterk door ongodsdienstigheid wordt getekend. Hoe gaan wij daarmee om als christelijke gemeente, als kerkmensen?
Nederland was religieus en dan zeer sterk protestants religieus in streken als Noordoost-Groningen. Onze manier van leven, onze levensbeschouwing was dominant en dat is nu veranderd. Die verandering zouden wij negatief kunnen beoordelen, want een grote groep mensen verlaat onze manier van in het leven staan. Dat is niet abstract want we kunnen zelfs namen bedenken bij mensen die dit doen. Het doet pijn dat mensen zomaar afscheid van ons nemen en zo gaan leven alsof de kerk, de Bijbel en alles wat daarbij hoort er niet meer toe doet. Sterk is de verleiding om die manier van leven zonder de kerk ook af te gaan wijzen. Dat maakt onze houding tegenover de maatschappij negatief. De kerk en de kerkmensen staan negatief in de maatschappij, bekritiseren de veranderingen die hebben geleid en het gevolg zijn van de leegloop. Maar zo’n negatieve kerk straalt negativisme uit en is absoluut niet interessant voor het overgrote diepgaand ontkerkelijkte deel van de bevolking.
Paulus schrijft in Filippenzen 4:5:
Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij.
Dat is een heel andere houding, niet negatief maar juist positief ingesteld. Ook in Paulus tijd waren er spanningen met de buitenwereld, maar de bron van de vriendelijkheid is de nabijheid van de Heer. Want in Jezus leerde de gemeente de liefde van God kennen. Dat is wat de gemeente bezield. Gods “ja” tegen mensen. Dat is het hart van het Christendom. Het gaat er niet om dat je je aan regeltjes houdt, aan wetten, maar het gaat om Gods ja. Die bezieling mag de kerk ook uitstralen in de post-christelijke tijd.
ds. Marco Roepers