Moeilijk
Moeilijk. Zo wordt de Bijbel vaak getypeerd. En het is waar. Als we er in gaan lezen, dan gebeurt het nogal eens dat we geen idee hebben wat we ermee moeten. Ik denk dat ook door kerkmensen de Bijbel minder en minder gelezen wordt omdat de Bijbel niet bemoedigt en troost maar vaak vervreemding oproept.
We zijn in het najaar begonnen met een leeskring waarin we het Johannesevangelie lezen. En we proberen het nauwkeurig te lezen. Wat staat er nu precies, zonder gelijk erbij te betrekken wat in de andere Evangeliën staat. Dat valt niet mee, want soms staat het in het Johannesevangelie echt heel anders, maar valt dat niet op omdat je het leest door de bril van die drie andere evangeliën. Ik bleef ineens haken achter vers 17 uit het eerste hoofdstuk. Dat luidt als volgt:
De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.
Ik heb deze zin natuurlijk veel vaker gelezen, maar ineens vroeg ik mij af: Wat staat er nu precies? De wet van Mozes en Jezus Christus worden hier tegenover elkaar gezet. Wij denken met de wet van Mozes aan de tien geboden (Exodus 20, Deuteronomium 5) maar de term “wet” omvat hier veel meer. Het gaat hier om de hele Thora. Dat zijn de eerste 5 boeken van het Oude Testament. Die vormen het hart van het joodse Oude Testament. Daarin staan heel veel wetsvoorschriften en die moeten allemaal worden nageleefd. Dat is geen sinecure. De andere boeken cirkelen er omheen. De verhalen over het volk Israël vertellen hoe het volk de wet niet naleefde en hoe dat daarom eindigde met een verschrikkelijk oordeel: de vernietiging van het tienstammenrijk door Assyrië en de vernietiging van Jeruzalem en de ballingschap van Juda door Babylonië. In de profeten lees je de oordelen van de profeten vanwege de wet. De geschriften (ook Prediker) vertellen hoe belangrijk het is de wet te houden. Met andere woorden “wet” betekent hier het hele Oude Testament.
Daar staat tegenover de genade en goedheid van God en die kennen we door Jezus. Dat God van mensen houdt weten we door Jezus. Althans, zo kwam dat vers bij mij ineens binnen. Betekent dat dan dat het Oude Testament alleen maar een hoop ellende is, waar we niets mee kunnen en niets meer mee hoeven? Dat dacht ik toch niet. En inderdaad, het Oude Testament blijkt wel degelijk heel belangrijk te zijn. Als Filippus Nathanael even verderop in vers 45 vertelt over Jezus, zegt hij:
We hebben de man gevonden over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten spreken: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret!’
Jezus is de essentie van de wet en de profeten. Ook daar zijn de goedheid en genade van God te vinden, maar alleen als we Jezus gebruiken als sleutel tot de wet en de profeten. En dan begint ook vers 14 extra betekenis te krijgen:
Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid,
Jezus is het Woord van God en alleen als wij Jezus vinden in de Bijbel dan is de Bijbel Gods Woord. Dan lezen wij over de goede en genadige God. Dat is niet eenvoudig. De teksten uit de Bijbel maken het je niet gemakkelijk, maar soms gebeurt er iets. Dan struikel je erover en dan denk je: “Wat staat er nu?” Dan word je ineens geraakt.
Dat gebeurde mij dus met het Johannesevangelie. Het raakte mij diep en ik werd er blij van. Nooit eerder gezien en toch zo vaak gelezen, er zelfs preken over geschreven en ineens sprak het tot mij. En dat is ook de Bijbel. Dat die weerbarstigheid ineens wegvalt en dat het ineens tot je begint te spreken. Om dat te laten gebeuren, moet je er wel in lezen en er ook waarde aan hechten, ermee worstelen. Met de Johannesleeskring lezen we samen en het is een verrassende ontdekkingsreis. Iedereen kan gewoon meedoen. De volgende keer is op woensdag 1 februari om 20:00 uur in het Jeugdhonk bij de Vredekerk.
Ds. Marco Roepers