V R E E M D E V O G E L S
In zijn evangelie schrijft Marcus: Gods nieuwe wereld (het koninkrijk van God) lijkt op een mosterdzaadje. Dat is het kleinste zaadje dat er is. Maar als je het zaait in de grond, dan groeit er uit dat kleine zaadje een boom. Die boom wordt het grootst van alle planten en krijgt dikke takken. In de schaduw van die boom kunnen de vogels (van de hemel) hun nest bouwen. (Bijbel in gewone taal, Mc 4: 31-32).
Die vogels van de hemel waarover Marcus het heeft, dat moeten de mensen zijn. Dat gaat over ons. Net als vogels, kunnen mensen vliegend en fluitend door het leven gaan. Iedere dag een nieuwe lente. Maar een mens kan ook net een ziek en zielig vogeltje zijn, dat wanhopig rondfladdert. Net zo kwetsbaar als een vogeltje is de mens. We fluiten ons lied en aan het eind van het liedje altijd weer de dood.
Mensen zijn vreemde vogels, ze zijn anders. Een normale vogel gaat helemaal op in wat hij doet: vliegen en voedsel zoeken, paren en voeden, rusten en wassen, leven en doodgaan. Het is zijn instinct. Maar een mens heeft een gat in zijn instinct. Met een beetje geluk is dat gat gevuld met verstand en goede bedoelingen. Het kan de mens tot grote hoogten voeren. Maar het kan hem ook diepe dieptes in laten duikelen.
De mens is een vogel met een gebrek. Hij is een vogel van de hemel. Een normale vogel heeft het niet nodig om te schuilen in de schaduw van Gods koninkrijk. Een normale vogel heeft genoeg aan een gewone tak van een gewone boom in de gewone schaduw. Maar een mens heeft een gat te vullen. Een mens heeft het nodig te schuilen in de schaduw van Gods koninkrijk. Hij is een vogel van de hemel.
Gods nieuwe wereld, het koninkrijk van God, dat duikt steeds maar overal op. Het is net zo hardnekkig als mosterdzaad. Eenmaal gezaaid steekt het her en der de kop op.
Overal waar mensen leven naar Gods hart, schieten planten van geloof en hoop en liefde de grond uit. In de schaduw daarvan kunnen mensen schuilen. Want de vreemde vogels van de hemel hebben een plaats nodig om te schuilen. Ben jij er ook zo één?
Misschien kun je dan ook voor een ander een schaduwplaats zijn.
ds Tjalling Huisman