Het laatste weekend van januari was ik met een groep in het Lioba klooster in Egmond. We volgden het ritme van het kloosterleven. Dat betekent op de zaterdag, de enige dag waarop wij de hele dag aanwezig waren, vijf kerkdiensten. We gingen van de metten om half zeven ’s morgens naar de lauden. En vervolgens van de middagdienst, waarin de tien minuten stilte worden ingeluid door drie gongslagen, naar de vesper laat in de middag. De dag wordt om acht uur ’s avonds afgesloten met de completen. Niet dat daarmee de dag voor ons al compleet was, wij gingen nog even door. En anders dan de kloosterzusters die gebonden zijn aan het klooster, konden wij ’s middags in de zon door de duinen naar het strand wandelen.
De grootste indruk maakte op mij (en op de meesten uit de groep, denk ik) het verhaal van een zuster dat toevallig (?) aan ons verteld werd tijdens een rondleiding door de kapel. Op een vraag van een van ons vertelde zij hoe zij op latere leeftijd een roeping had gekregen om het klooster in te gaan. Zij had een goede baan, was al jaren getrouwd en had oudere kinderen, toen zij een weekend te gast was in het klooster; om precies te zijn in kamer 3 van het gastenverblijf. Tijdens dat verblijf sloeg van het ene op het andere moment bij haar de overtuiging in, dat haar leven helemaal anders zou worden. In een gesprek van jaren met haar man en kinderen en het klooster is die overtuiging uitgegroeid tot een intrede. Ze vertelde dat haar man inmiddels is hertrouwd, maar net als haar kinderen en kleinkinderen komt hij nog regelmatig op bezoek in het klooster. Haar verhaal gaf onze dagen in het gastenverblijf een speciaal randje, zeker voor degene die in kamer 3 te gast was.
domie Tjalling