Midden februari, het is net Aswoensdag geweest. In een dienst in de Donatuskerk van Leermens stonden wij stil bij het begin van de veertig dagen voor Pasen. Wie wilde kon een Askruisje krijgen op zijn voorhoofd. We lazen daarbij een tekst van Carlos Mesters. Hij is een priester, geboren in Nederland, die al jarenlang in Brazilië werkt onder de allerarmsten. Een bijzondere tekst, daarom druk ik hem hieronder nogmaals af, domie Tjalling.
Het Gelaat
Wat er elke dag gebeurt in de wereld
is voor mij een gebroken schilderij
uit elkaar gevallen in ontelbare stukken
waar geen verband of eenheid tussen te zien is.
Het Gelaat dat erop stond afgebeeld
is niet meer herkenbaar.
Het schilderij was al gebroken toen ik geboren werd
ik heb het nooit heel gekend.
Ik ken het gelaat niet
maar toch weet ik dat het bestaat
want ik zie nog zijn trekken
verscheurd en geschonden
in die brokstukken van het leven.
Het moet een heel mooi Gelaat geweest zijn
want zelfs verscheurd en geschonden
zijn zijn trekken nog zo rustig
zo gelaten en aantrekkelijk
dat ik er heimwee van krijg.
Veel mensen zijn bezig op verschillende manieren
om het schilderij te herstellen.
Ik weet niet of zij dat doen omwille van het schilderij op zich
of omwille van het Gelaat.
Toen dacht ik bij mijzelf
ik ga meedoen
en proberen om dat verscheurde leven weer heel te maken
ik wil het Gelaat zien dat me zo aantrekt.
Soms lijkt het me of we er bijna mee klaar komen
en dan bekruipt me steeds de gedachte
ik moet dat Gelaat al eens eerder gezien hebben
maar ik weet niet meer waar of wanneer.
Zoiets duurt echter altijd maar heel even
dan valt alles weer uit elkaar
en blijf ik met de brokstukken zitten.
Toch blijf ik doorgaan, samen met anderen
zoekend naar de ontbrekende stukken.
Tot nu toe ben ik er niet in geslaagd
maar iets zegt me dat dat een keer zal gebeuren.
En dat zal de gelukkigste dag van mijn leven zijn.