De bladeren van de walnootboom in de tuin zijn inmiddels alweer groot genoeg om regen en vogelpoep op te vangen. Je kunt veilig en droog onder de boom zitten. Hij beschermt ons ook nog een groot deel van de dag tegen de zon, in zijn schaduw is het goed toeven als die fel schijnt. En in de avond vormt de boom een natuurlijke beschutting van waaruit je de vleermuizen, zwaluwen en kraaien kunt volgen. Voorlopig zitten wij hier goed onder de walnotenboom. Als het meezit geeft hij in de herfst ook nog walnoten, soms een beetje maar ook wel eens overdadig veel.
Ons bereiken ook allerlei geruchten over verhuizen, maar we worden goed op de hoogte gehouden door onze kerkrentmeesters. Voorlopig blijven het niet meer dan geruchten, we wachten gewoon rustig af of de geruchten ooit feiten zullen worden.
De zomertijd breekt aan. Al het kerkenwerk wordt langzamerhand op een lager pitje gedraaid. Voor veel mensen is het een tijd van reizen, maar niet voor iedereen. Je kunt wel stellen dat voor iedereen het hele leven een reis is, een levensreis of pelgrimage. Dat was het onderwerp van een avondgebed in juni in Oosterwijtwerd. Samen met pastor Marika Meijer heb ik toen aan het einde van de viering de volgende zegenbede uitgesproken. Het is een zegenvoor pelgrims naar Santiago de Compostela. Ik schrijf ‘m nu op, voor ieder die dit leest:
Zegen uw mensen
die hun pelgrimsweg vervolgen
en leid hun weg naar uw wil.
Wees voor hen een schaduw
in de hitte van de dag,
licht – in het duister van de nacht,
verkwikking – in vermoeidheid,
opdat zij onder uw hoede
gelukkig mogen aankomen
bij het doel van hun reis.
Goede reis!
ds Tjalling Huisman