Een Nederlands spreekwoord is “van de wind kun je niet leven”. De wind staat in dat spreekwoord letterlijk voor ‘niets’: niets is voor niets. Als er niet gewerkt wordt, dan heb je ook geen eten. Als je er niet zelfs iets voor doet, dan komt er niets van terecht. Bij ons thuis klonk er vroeger ook altijd zo’n mooi spreekwoord: om hier te zitten en niet te verkopen, daar kan mijn kraampje niet van lopen. “Van de wind leven” klinkt voor mij ook avontuurlijk. Niet weten wat er op je pad gaat komen. Niet te ver vooruit denken maar het leven nemen zoals het komt, elke dag weer. De wind is onstuimig. Als je zeilt brengt de wind je dan hierheen, dan daarheen. Soms stormt het, en soms is er geen wind. Dan moet je roeien. Leven van de wind is waar wij ten diepste toe zijn geroepen als christenen. Als mensen van de weg achter Jezus aan. Jezus was dan in Galilea, dan in Jeruzalem. En dan weer in het buitenland, of zelfs in de woestijn. Dan kwam hij bij een tollenaar thuis, en dan sprak hij weer met een farizeeër. Of met een verlamde, een blinde of iemand met een huidziekte. Met een Samaritaanse vrouw bij een put. Overal waar hij kwam zei hij precies dat waar de mensen niet op rekenden. Hij schopte heilige huisjes omver, niet om het schoppen maar vanwege de liefde van God). Zijn leerlingen leefden van de wind, nadat Jezus naar de hemel was gegaan en hen achter had gelaten met een opdracht: wees mijn getuigen, overal. En ze gingen ook daadwerkelijk overal heen. Van Jeruzalem naar Egypte, Turkije, Griekenland, Rome, Spanje, India, Ethiopië. Gedreven door de heilige Geest vertelden ze het vreugdevolle nieuws over Jezus’ opstanding aan hun eigen volk, de Joden, maar ook over grenzen heen, aan iedereen die het maar wilde horen. Mensen van alle rangen en standen. Mannen en vrouwen, armen en rijken, slaven en vrije mensen. Ze zetten zich met alles wat ze hadden daarvoor in. Maar tegelijk beseften ze heel goed: wij leven van de wind, die uit de hemel komt. De Geest van God. Want leven van de wind is niet leven van niets. Leven van de wind is beseffen dat het in geloof niet draait om verantwoordelijkheid nemen, om jezelf verbeteren, om je maar zo hard mogelijk in te zetten, om alles zelf te moeten doen, om de touwtjes zelf in handen houden. Het is beseffen dat als we niet afgestemd zijn op wat de Geest van God doet, in ons, en om ons heen, we onszelf beter de moeite kunnen besparen. Het is luisteren en kijken naar wat God doet. Je in beweging laten zetten. Je met blijdschap en vrede, moed en kracht en troost laten vullen. Het is onder de indruk raken van Jezus’ diepe liefde voor jou, en voor alle mensen op je pad. Het is zeggen tegen God: hier ben ik. Hier zijn wij. Als Uw gemeente. Kom, met Uw heilige Geest. En doe het in ons. Wij heten jullie van harte welkom bij de gezamenlijke Pinksterdienst van ons cluster!
Ds. Jake Schimmel